Sophie-in-Malawi.reismee.nl

Ziek in Malawi

Ziek in Malawi

En toen werd ik ziek. Ziek in Malawi. Ik kan je vertellen dat dat geen pretje is. Het begon met wat hoesten, wat zich uiteindelijk vormden tot gigantische hoestbuien. Daarna kwamen koorts, misselijkheid en overgeven er ook nog eens bij kijken. Ik zou me er in Nederland niet zoveel van aantrekken, maar hier is het toch wel een beetje eng om ziek te zijn. Na me twee dagen verschrikkelijk beroerd te hebben gevoeld, ging ik toch maar even een bezoekje brengen aan de kliniek. Ik kwam daar aan en dacht meteen aan niet-steriele naalden en al dat soort ongein. Eerst werd ik een kamertje ingeroepen waar ze me wogen, temperatuur hebben opgemeten en mijn bloeddruk checkte. Daar kwam uit dat ik koorts en een te hoge bloeddruk had. Die te hoge bloeddruk zat me niet helemaal lekker, nog steeds niet moet ik zeggen. Op naar het volgende onderdeel, bloedprikken in Malawi met een fobie voor naalden. Goede combi. Het enige waar ik op lette, was of de naald wel uit een steriele verpakking kwam. In dat kamertje waar bloed werd afgenomen, lag een man achter een gordijn, kreunend. Bij een kliniek verwachtte ik dat het allemaal netjes en schoon was, maar dat viel tegen. Het was oud en je kon de stof overal zien liggen. Hoe zouden de “normale” overheidsziekenhuizen er dan wel niet uitzien. Het bloed werd afgenomen en vervolgens overgegoten in een ander buisje. Het tafeltje waar die buisjes op lagen had afgebladderd verf en was oud.

Uit het bloedonderzoek kwam, dat ik een infectie had. Mijn eerste vraag was, waar en wat voor een infectie? Maar ze zeiden dat het van alles kon zijn. Ze hadden de uitslag ook al binnen 5 minuten op papier, heel bijzonder. In Nederland moet je 3 dagen wachten op één bloedtestje. Ik kreeg antibiotica en zou me volgens hen de volgende dag al een stuk beter moeten voelen. Maar dat was niet het geval. Meteen die avond al kotste ik mijn malariapil uit, waardoor ik die antibiotica pil niet meer durfde in te nemen. Ik begon me net thuis te voelen in Afrika en dan gebeurt dit. Het liefst lag ik gewoon thuis op de bank en wist ik zeker dat er niets ergs aan de hand zou kunnen zijn.

Mijn nacht zag er als volgt uit. Ik kon alleen maar zittend slapen, vanwege het hoesten. Dus ik sliep op de bank in de woonkamer die ik had omgebouwd tot een soort van tent van een muskietennet. Een oplossend denkvermogen is wel een vereiste hier.

Ik voelde me zo alleen en eenzaam. Ik zag deze hele reis niet meer zitten. Het liefst vloog ik terug naar Nederland, terug naar een veilige en fijne omgeving. Elke enge ziekte hier heeft dezelfde symptomen, dus ik ging gelijk van de ergste dingen uit. De andere vrijwilligers waren gewoon naar hun project, dus ik zat van acht tot halfvijf alleen in het huis. Voorlopig zijn mijn tranen op, want ik heb veel gehuild. Als ik dacht dat het beter ging in de middag, haalde de beroerdheid het weer in. Ik dacht dat er geen einde aan kwam. Ik had een leuk weekend gepland naar Lake Malawi, dus ik moest beter zijn. De Woensdag ervoor Heb ik nog een keer mijn bloeddruk en bloed laten testen. De bloeddruk was nog steeds aan de hoge kant, maar in het bloed was er bijna geen infectie meer te zien. Dat wilde ik weten, anders was ik niet met een gerust hart mijn leuke weekend in gegaan. Maar daar schrijf ik een apart verhaal over.

Ik voel me nog niet 100 procent, maar goed genoeg om weer van het mooie Afrika te genieten.

De eerste dagen op de school

De eerste dagen op de school

Janneke (de coördinator) bracht mij en de andere vrijwilligers naar het project toe. Dit doet ze altijd als iemand voor de eerste keer gaat, daarna moeten we gewoon met de minibusjes. Ik werd voorgesteld aan de directeur van de school en aan de head teacher met wie ik mee zal lopen de komende tijd (als hij zich aan de afspraken houdt). Ik ga vooral meelopen met Standard 5, deze kinderen hebben de leeftijd van ongeveer 9 jaar. Voordat ik meeging lopen met de klas kreeg ik een rondleiding over het terrein. Elke klas/groep heeft een eigen open lokaaltje. Maar bij het woord lokaal moet je niet meer denken dan vier muren en een krijtbord. Er zijn niet genoeg stoelen en tafels voor de kinderen, dus veel kinderen zitten op de grond. Ik ging ervan uit dat ik de hele dag moet staan of soms bij een uitleg op mijn hurken moet zitten, maar ze willen persé een stoel voor je regelen. Ik voelde me daar heel bezwaard bij. Ik zal en moet op een stoel moeten plaatsnemen terwijl die kinderen op de vieze grond moeten zitten. Oneerlijk! Ik laat liever de kinderen om de beurt even op de stoel zitten om hun werkjes te doen.

De eerste 15 minuten keek ik mee met de les, maar daarna had hij al gelijk een opdracht. Hij verwachtte dat ik dat wel snapte en de stof gelijk kon uitleggen aan kinderen die ik niet ken en die weinig Engels verstaan. Ik moest met de kinderen deelsommen gaan maken, maar die waren extreem moeilijk. Zelfs ik zou daar even over doen om tot het antwoord te komen. De kinderen begrepen er niks van en hebben duidelijk behoefte aan individuele hulp. Een van de sommen was, 40288:28. Ik denk dat ze zulke grote getallen gebruiken omdat ze hiermee betalen. Ze betalen hier met briefjes van 1000 (1 euro 25), 500 (60 cent), 200 (25 cent), 100 (10 cent), 50 (5 cent), 20 (3 cent). Als je hier boodschappen gaat doen ben je zo 40 briefjes verder. 50 euro is namelijk al 40 briefjes van 1000 kwacha. Het zou dus kunnen dat hier die grote rekenbedragen vandaan komen. De tweede dag heb ik het gelijk gevraagd waar die hoge getallen vandaan komen, ik was zo nieuwsgierig. Ik vroeg, of deze sommen niet een beetje te hoog gegrepen waren voor kinderen van 9. Ik zei tegen de teacher dat dit wel hele moeilijke sommen zijn voor kinderen van 9. Zijn antwoord daarop was, hoe moeilijker de som hoe beter ze worden. Ik kwam er dus al snel achter dat de kinderen totaal geen basis hebben. Dit vind ik een mooi doel om aan te werken tijdens deze stage. Geen moeilijk rijtjes stampen maar proberen de basis aan te leren van rekenen en Engels. Wij kunnen ons niks voorstellen bij hun visie. Wij weten dat kinderen bijna geen progressie maken als ze geen basis hebben. Het gaat nog een uitdaging worden om dit uit te leggen aan de teacher en om dit doel te bereiken, maar ik ga mijn uiterste best doen. Want ik zie hoeveel gebrek hieraan is.

De vakken waar ik bij betrokken ben, zijn rekenen, Engels, creatieve activiteiten en sport en spel.

De tweede dag werd ik gelijk voor het blok gezet. Ik begon de eerste 5 minuten van de dag samen met de head teacher en hij vroeg of ik iets op het bord wilde schrijven. Ik schreef de som op het bord en draaide me weer terug naar de kinderen. Leraar weg… Lekker makkelijk natuurlijk. Misschien moest hij gewoon naar de wc, was dat maar waar. Ik werd op mijn tweede dag al aan mijn lot overgelaten en moest de boel zelf maar regelen voor de klas. Terwijl ik onvoorbereid was omdat ik de eerste paar dagen alleen zou meekijken, omdat er zoveel nieuwe indrukken op je afkomen.

Ik heb me er uiteindelijk wel uit gered. Er lag nog een Engels boekje waar ik opdrachten uit heb gehaald. Deze opdrachten heb ik uitgewerkt op het bord en de kinderen aan de slag gezet, zodat ik individuele aandacht kon geven. Wat immers mijn tweede doel is deze stage. De kinderen krijgen alleen klassikaal les en er wordt alleen gekeken naar wat ze goed hebben, want dat is het belangrijkste volgens de leraar. Als er aan de kinderen wordt gevraagd of ze het hebben begrepen, zeggen ze allemaal ‘ja’. Omdat ze bang zijn om nee te zeggen. Hierdoor komt niemand te weten waar de kinderen moeite mee hebben. Ik wil dit probleem proberen te verbeteren. Maar dan moet er wel een leraar aanwezig zijn… Het is heel belangrijk om duidelijke afspraken te maken, ondanks dat Malawianen zich hier niet echt aan houden. Je mag in je handjes klappen als 30% loopt zoals je hebt afgesproken. De eerste paar dagen vond ik dat best moeilijk. Wij zijn het land van de regeltjes en hier loopt het gewoon zoals het loopt. Kom je een uur later? Niemand die ernaar omkijkt. Het is hier “normaal” om je eigen plannetje te trekken.

Hoe is het om in Malawi voor de klas te staan? Bijzonder!

Bijzonder leuk en mooi, omdat de kinderen hier extreem graag willen leren. Maar ook bijzonder moeilijk, omdat ik eigenlijk nergens op kan bouwen. Natuurlijk wel op de kinderen, maar daar wil en mag ik niet te veel van verwachten. Het zou mooi zijn als ik af en toe kan terugvallen op de head teacher, maar hij heeft de naam head teacher op een verkeerde manier geïnterpreteerd. Hij zit buiten op een stoel en doet vrij weinig. Gelukkig is er wel een andere leraar die meer betrokken is met de vrijwilligers.


Ik schrijf jullie snel weer!

Tionana!

De eerste indrukken van Malawi

De eerste indrukken van Malawi

Ik werd op het vliegveld opgehaald door Rachid, dat vond ik best spannend. We liepen naar de parkeerplaats voor het vliegveld en reden naar het Doingooodhuis. Tijdens deze rit keek ik mijn ogen uit. Een vrachtwagen vol met mensen, allemaal Malawianen lopend langs de weg, overal vuilnis en mensen die de auto inkeken. Toen we bij het huis aankwamen, toeterde Rachid en deed Noël (de poortwachter) open. Lukia de huishoudster was nog bezig met het schoonmaken van het huis en wees mij mijn kamer. De andere vrijwilligers waren nog niet thuis, dus ik moest het huis alleen verkennen. Ik nam een momentje voor mezelf en pakte mijn koffers een beetje uit. Na even rond gelopen te hebben, kwam Janneke (de coördinator) langs. Met haar heb ik beltegoed en internet gekocht. Ze zei: ‘We gaan even op de hoek van de straat beltegoed kopen’. Dus ik dacht gewoon bij een winkeltje of kraampje. Maar nee, bij een boom langs de weg zat een vrouw en rechts van ons rende een paar jongens naar ons toe omdat zij mij de Airtel wilden verkopen. Ik heb 4000 mb gekocht voor 11.000 Kwacha, dat is ongeveer 14 euro. Hier kan ik een maand mee doen en een maand lang contact houden met jullie. Ik was er wel een beetje wantrouwig over. Later die middag kwamen de andere vrijwilligers thuis en ik heb wel het gevoel dat ik tussen de groep pas. Het is hier om half 6 al donker, wat betekent dat we hier behoorlijk vroeg naar bed gaan. Maar zo voelt het niet want na een dag met allemaal nieuwe indrukken ben je bek af. Ik heb een hele goede eerste nacht gehad, ik sliep in één keer door en werd om half 8 wakker.

De dag nadat ik aankwam, werd ik om 9 uur opgehaald door Elina, een Malawiaanse die de Citytour verzorgt voor de vrijwilligers. Om bij de minibusjes te komen namen we de fietstaxi, ik had niet verwacht dat ik levend bij de minibusjes zou aankomen. De zijkanten van de wegen houden abrupt op en vervolgen in zand, maar dat zand is wel zo’n 15 centimeter lager dan de weg. Ik zag ons al vallen omdat hij elke keer het randje op en af fietste enbellend natuurlijk! Wat dat betreft is er een grote overeenkomst met Nederland, ze zijn hier net zo druk bezig met hun telefoon als wij in Nederland.Bij die minibusjes aangekomen, dacht ik dat ze allemaal vol zaten. Maar nee hoor, als je denkt dat hij vol zit, kunnen er nog gerust 4 personen bij. Ik voelde me echt een sardientje in een blik. Elk busbankje is gemaakt voor 3 personen, maar het busje gaat pas rijden als er 4 op een rij zitten. Met twee woorden te omschrijven; ‘spontane claustrofobie’. Erzit altijd een man achter het stuur en een man in de bus, zij horen bij elkaar. De man die in de bus is, is er om geld te vragen aan de inzittende. Als er 4 personen op een bankje zitten past hij er eigenlijk niet meer bij, maar meneer gaat gerust over iedereen heen hangen en dan heb jij een lekkere oksel in je gezicht. En die Afrikanen brengen een bijzondere odeur met zich mee kan ik jullie vertellen.

Eenmaal bij de parkeerplaats aangekomen stapten we uit en werd er bij elk busje of tuktukje gevraagd of ik een rit nodig had, beetje eng en intimiderend. Want ze gaan met elkaar in een fysieke discussie, een beetje duwen en trekken om mij. Met al die mensen om je heen moet je goed op je spullen letten, ik had een klein rugzakje mee die ik op mijn buik droeg. Ik liep door het centrum en er werden alleen maar blikken op mij gericht. Ik kan niet echt beschrijven hoe dat voelt. Als er een Afrikaan in Nederland over straat loopt kijkt niemand hem of haar na, maar hier wel. Terwijl ik niet de eerste blanke ben die ze hebben gezien, maar in hun ogen wel rijk. Zouden ze daarom zo kijken?

Op weg naar de craftmarket moesten we een grote weg oversteken. Ik was opzoek naar een zebrapad, maar de Malawianen wagen gerust hun leven door tussen alle hard rijdende auto’s aan de andere kant van de weg te komen. Soms moet je tussen twee rijbanen van rijdende auto’s staan om het volgende weggedeelte over te kunnen steken. Doodeng!! Op de craftmarket verkopen ze hun eigen gemaakte spulletjes van stof, hout en steen en kan je zien hoe het gemaakt wordt. Mijn gids zei dat ik moet zeggen dat ik vandaag alleen kijk en misschien later terug kom. Maar de Malawianan kennen de Nederlanders een beetje en zeiden gelijk: “Kijken, kijken niet kopen”. Supergrappig. Ik ging elk kraampje langs, wat als gevolg had dat ze al hun werk aan mij wilde laten zien. Ik denk dat ik wel 300 schilderwerken heb bekeken. En dan moest ik ze achteraf vertellen dat ik niet van plan was om iets te kopen, terwijl ze zoveel moeite doen om mij alles te laten zien. Het vaste verkooppraatje is “I make a good price for you”

We zijn bij "Kiboko" (het vaste restaurantje voor de vrijwilligers) wat gaan drinken en daarna gingen we naar de groente- en fruitmarkt. Iedereen zat op de grond en verkocht eten, maar voor mijn gevoel hing er een minder fijne sfeer dan bij de markt waar ze spulletjes verkopen. Ik werd om de paar meter aangesproken of ik wat wilde kopen, maar ze bleven je achtervolgen op deze markt als je nee zei. Aan het einde van de markt was er een gevecht tussen twee Malawianen. De een gaf de ander een schop tegen de borst en toen viel diegene over een stapel aardappelen. Op dat moment was iedereen aan het schreeuwen en liepen wij daartussen. Verder bleek het niemand wat te deren, maar mij wel. Ik dacht “snel wegwezen hier”.

Ik was doodop na de Citytour. Ik ging mijn gezicht wassen en er kwam toch een vuil vanaf. Er komt meer viezigheid vanaf dan mijn make-up die ik er normaal thuis afhaal. Het hele watje was rood/oranje van stof en zand. Daarnaast vind ik het trouwens superlekker om 3 maanden geen make-up te hoeven dragen. Héérlijk!

Ik probeer maandag een nieuw verhaal voor jullie te schrijven over de eerste dagen op de school. Als er stroom is ;-) want dat valt hier sowieso elke dag een halve dag uit.

Tionana!

De vlucht

Hoi Allemaal,

Mulibwanji? (Hoe gaat het?)

Vandaag lezen jullie het verhaal over mijn vlucht naar Malawi. Enjoy!

De vlucht van Amsterdam naar Nairobi. Dan zwaai je je familie en vrienden uit op Schiphol en sta je er alleen voor. Ik liep naar mijn gate E8, toen mijn naam ineens werd omgeroepen. Ik schrok me rot en ging er meteen vanuit dat er iets mis was. Ik meldde me bij de balie en toen werd mij verteld dat ik recht heb op een gratis upgrade. Een plek in de Business class dus….. Maar ze vertelde wel dat er nog iemand voor mij was dus dat het niet zeker was dat ik dat plekje zou krijgen. Toen iedereen al in het vliegtuig zat werd het goede nieuws verteld. De eerste keer alleen op reis en dan meteen Business class vliegen. Maar met dank aan mijn moeder die zakenreizen boekt en een contactpersoon bij Kenya Airways heeft. Het voelde wel raar. Komt er een meisje van 18 tussen al die zakenlui zitten, ik snapte dat er blikken op mij geworpen werden.

Echt geslapen heb ik niet in het vliegtuig. Om de twee uur word je wakker gemaakt om te eten en dat eten moest ik natuurlijk wel even proeven ;-) Als avondeten kreeg ik super-de-luxe kip. Er zat een man naast me aan de andere kant van het pad en hij bestelde vis, maar meneer was niet tevreden dus hij maakte er een scène van. Ik keek mijn ogen uit hoe ontzettend ondankbaar en verknipt sommige mensen toch kunnen zijn. Hij sprak elke stewardess van de Business class aan en moest keer op keer zijn verhaal vertellen over dat zijn eten niet naar wens was. Hij gooide zijn vis van het bordje op het dienblad om even te laten zien dat die super-de-luxe vis nog niet luxe genoeg was. Ik moet wel zeggen dat het erg leuk was om ernaar te kijken.

Links van mij zat een Belgische jongen(man) die vroeg waar de reis naar toe gaat. Ik legde hem uit wat ik ga doen in Malawi en ik steldehem dezelfde vraag. Hij moet in Kenia zijn voor zaken en gaat onder andere naar Tanzania. Hij vertelde mij dat hij Minister van Financiën is in België, of zoiets… Toe maar hahaha.

In Kenia aangekomen was ik even in paniek “Waar moet ik heen????”. Eerst moest ik langs de douane, daar had ik het gevoel dat ze me uitlachte. Ik liep een beetje te klungelen omdat ik niet goed wist wat ik moest doen. Eerst deed ik mijn tas door dat apparaat, die vervolgens tot 3 keer toe werd teruggestuurd omdat er iets niet klopte. Maar uiteindelijk was ik ook Kenia binnen. Toen lag het volgende obstakel op de loer. Ik denk dat ik wel aan 8 mensen heb gevraagd waar ik heen moest, maar ik werd er niet veel wijzer van. Dan maar zelf opzoek naar gate 14. Ondertussen maar een flesje water gekocht. Ik moest echt mijn best doen om niet in slaap te vallen bij de gate. Het was ongeveer 5 kwartier wachten tot ik kon boarden. Ik durfde niet eens mijn ogen dicht te doen omdat ik bang was dat er iets gestolen zou worden of dat ik mijn vlucht zou missen. Na het boarden dacht ik dat ik gewoon de gang uit moest lopen, maar ik bleek naar beneden te moeten om vervolgens met een busje naar het vliegtuig gebracht te worden. Er zat bijna niemand in het vliegtuig van Kenia naar Malawi, dus na het opstijgen vroeg ik aan de stewardess of ik ergens anders mocht zitten en ze zei heel lief "Yes of course, you can sit where ever you want". Aan de andere kant van het gangpad zat een blanke man. Aan het einde van de vlucht vroeg hij of ik Nederlandse was, hij zei dat hij het blad Linda. in mijn tas zag. We raakten in gesprek en deelden onze plannen in Malawi. Hij zorgt ervoor dat er Engelse schoolboeken op de scholen in Lilongwe komen vanuit Amerika. Dit doet hij al 4 jaar en gaat gemiddeld 4 keer per jaar naar Malawi. Jaloers! Hij gaf me zijn kaartje en zei dat ik hem altijd mag bellen als er iets is. Het is superfijn om iemand te kennen in een vreemd land en een vreemde stad.

En toen …………………. HET VISUM

Toen ik het vliegveld binnenkwam kreeg ik een papiertje die ik moest invullen. Van de helft begreep ik niet wat ze bedoelden. Ik keek met een paar Britse mee om een beetje te achterhalen wat ik nou precies moest invullen, maar ze waren niet echt bereid om mij op weg te helpen. Stond ik daar, geen idee wat ik moest doen. Waar ben ik in vredesnaam aan begonnen? Ik dacht echt, ik pak het eerste vliegtuig weer terug naar huis. Uiteindelijk ben ik maar gewoon naar de balie gegaan en gevraagd of hij het samen met mij wilde invullen. Blijkt dus dat voor hun al die informatie niet zo belangrijk is, maar voor mijn gevoel wel. Ik heb het idee dat ik nu Sophie Broekhoff Juliette heet. Dat ze mijn tweede naam als achternaam hebben gebruikt, terwijl ze het gewoon konden overschrijven uit mijn paspoort. Ik ga er maar gewoon vanuit dat het goed is.

Ik zal jullie even vertellen hoe de aanvraag van het visum in zijn werk gaat. Bij hokje 1: Geef je dat formulier en gaat er een stempel van goedkeuring op. Bij hokje 2: Betaal de $75 en geef je je paspoort waar vervolgens een papiertje in wordt gestopt als bewijs van betaling. Bij hokje 3: Gaan de stempels in het paspoort. Bij hokje 4: Kijken ze alles nog een keer na, voor zover ze kijken want de telefoon was toch echt belangrijker. Wat dat betreft niet veel verschil met Nederland. Ik hoefde geen vingerafdruk te laten maken. Ook weet ik niet of er een foto is gemaakt, ze vroeg niet of ik voor de foto wilde gaan staan dus het kan ook zijn dat deze tussen het gesprek door is gemaakt. Ik heb geen idee, maar wat ik wel weet is dat ik het visum heb. Ik kon niet even advies aan mama vragen, nu moest ik het allemaal zelf regelen. Ik moet zeggen dat ik de tranen echt weg heb moeten slikken.

Toen ik in de hal aankwam waar de koffers opgehaald konden worden stond er maar één koffer, ik had er toch echt twee! Een goed moment om weer even te panieken. Bleek de koffer nog achter die flapjes te liggen waar de koffers onderdoor komen. Pfieeew... Daarna nog even een koffercheck. Deze man was heel vriendelijk en vond het heel speciaal dat ik allemaal spullen mee had genomen voor hier. Hij maakte ook precies de koffer met spullen open en niet de koffer met mijn kleren, dus hij trok eerst een raar gezicht. Maar toen ik vertelde waarvoor het was zei hij ‘God Bless You’. Toen ik het hoekje omging stond Rachid (vaste taxichauffeur van Doingoood) daar, hij had voor mij al een simkaart klaar, die we op het vliegveld in mijn telefoon hebben gezet. Vervolgens nog even wat Kwacha gepind. Er kwamen 40 briefjes uit de machine van elk 1000 Kwacha, dat is moeilijk opbergen kan ik je vertellen (50 euro). We liepen naar de parkeerplaats en hij bracht me naar het Doingoood huis.

Tionana!

Het is nu echt bijna zover!

Lieve allemaal,

Over 5 uur is hetzo ver, dan vlieg ik met Kenya Airways vlucht 117 en 730via Nairobi naar Lilongween begint mijn Buitenlandse Stagereis in Malawibij deLilongwe Youth Organisation. Na een lange voorbereiding van 3/4 jaaris het dan eindelijke zover. Ik kijk er naar uit en er heb heel veel zin in.

Mijn 2 koffers zijn gepakt en staan klaar in de gang, net iets tezwaar, dus moest er wat uit halen. Maar ik hoop dat een aardige incheck stewardess zal zeggen: "Joh, doe het er maar lekker bij, maaktniet uit...."

Vanochtend nog gezellig samen met mijn moeder een terrasje gepakt bij"Flinders" in Hilversum. Wat we de afgelopen week trouwens heel veel gedaan hebben.

Nu wachten tot mijn broertje Max thuis is van school en dan gaan we met z'n viertjes richting Schiphol.

Ik ga julliede komende 11 weken zo veel mogelijk op de hoogteproberen te houden van al mijn belevenissen en ervaringen in het land van het warme hart van Afrika.

Het gaat mooi worden!!

Liefs Sophie

Deze reis is mede mogelijk gemaakt door:

Doingoood